dinsdag 27 oktober 2009

Zomerdromen


Als de "Cape Doctor" van zich laat horen is de zomer een feit. En hij laat van zich horen. Vannacht vlogen in de minder stevig gebouwde wijken de daken in de rondte. Maar bij horen blijft het niet. De Cape Doctor voel je. Deze zoele Zuid-Ooster teistert de ganse dag de stad met zweepstriemen warme lucht, en blaast bij het verlaten van een schuilplaats als een onverwachte fohn haar in neus en ogen. Wie op zoek is naar een huidverjongingskuur dient nu naar de zuidelijk gelegen stranden te gaan, waar zandstraalbehandeling gratis is te beleven.

"Ik kom een kamer binnen en realiseer me dat ik in Nederland ben, mijn broertje komt me tegemoet en aan de lange tafel zie ik ook Kuba zitten, hetgeen heel goed uit komt denk ik bij mezelf, want ik moest nog het een en ander met hem bespreken. Maar de kamer is al snel weg en ik sta in een groot veld, dat dienst doet als een geimproviseerde camping. Het is koud en het waait, donder klinkt in de verte en ik bedenk me dat onze caravan lek is! Ietwat zenuwachtig beweeg ik op mijn plastic tuinmeubilair en draai de hamburgers om op de braai. Dan sta ik tot mijn middel in hemelblauw water, tientallen internationale studenten staan om me heen en moedigen me aan, al heb ik geen flauw idee waarvoor. Ik draai me om, net op tijd om de golf die omslaat aan te zien komen. Ik zwwef onderwater, snak naar adem. Opeens wordt ik wakker"

Daar waar Kaapstad op het jurkjesfront gedurende het hele jaar kan strijden om de eerste plek, lijkt een temperatuur stijging van 5 graden het signaal voor het plaatselijk vrouwelijk schoon om en masse richting Long Street te vertrekken in de avond uren. De bars puilen uit, stromen over in de straat en de dakloze bedelkinderen doen de beste zaken in maanden, de papieren bekers rinkelend van de muntstukken. De eindeloze eenrichtingsrij taxis staat tweebaans praktisch stil, golven van toeterende frustraties gaan heen en weer, aan de gang gehouden door aangeschoten jeugd in afgeladen toyotas die het lot van de taxichauffeurs wat minder serieus neemt. De meestal Zimbabwaanse onbetaalde parkeerwachters rennen door de chaos van hakjes en creatief gezichtshaar en gesticuleren wild in hun fluor hesjes naar chauffeurs op zoek naar een plekje, hopende op 20 tot 50 eurocent fooi aan het eind van de avond. Muziek stroomt samen van alle kanten, en af en toe is het moeilijk vast te stellen of de bron een bar is of een passerende sportwagen. De mensen om me heen stralen en ik lees het van de gezichten. Het belooft een lange, warme, waanzinnige zomer te worden.

maandag 5 oktober 2009

Bloed in de tunnel

Toen ik vanochtend naar de supermarkt liep lag er een plas bloed in de tunnel die onder het station door gaat. In eerste instantie liep ik er langs zonder er al te veel bij na te denken, maar dat duurde niet lang. De plas was te groot om zomaar links te laten liggen. Deze plas bloed was een overblijfsel van een tragedie, de verteller van een traumatisch verhaal.

De plas bloed deed me denken aan gebeurtenissen eerder deze week, toen in mijn wijk een student werd doodgeschoten. De daders waren niet uit op zijn geld, sieraden of zijn mobiele telefoon. Een auto reed voorbij, de passagier opende het vuur op de twee wandelende jongens en raakten een van de twee fataal in het hoofd, waarna de auto er vandoor ging. De omgekomen student had geen strafblad, hetgeen doet vermoeden dat het om een willekeurige moord gaat. Vaak velangen bendes in Kaapstad van nieuwe leden een initiatiemoord. Dit om verzekerd te zijn van zijn loyaliteit, en om iets te hebben waarmee hij kan worden gechanteerd. Het lijkt erop dat dit de reden is geweest om tijdens de schemering van deze doordeweekse dag in Observatory willekeurig iemand dood te schieten.

De reacties in de buurt waren gemengd. Over het algemeen was men geschrokken, maar de frequentie van dit soort gebeurtenissen maakten referenties naar de moord al snel blase. Criminaliteit staat dagelijks op het menu, en een moord is daarop slechts het soort variatie als gebakken aardappeltjes op de gewoonlijke puree. De plas bloed in het tunneltje dat ik dagelijks neem, maar snachts vermijd ten koste van een omweg van 5 minuten, is daarvan een voorbeeld. Op mijn weg terug met de boodschappen was het opgeruimd, de trap nog natglimmend, de geur van zeep en chloor in de lentelucht. Het zal me verbazen als ik nog iets van hoor van dit incident, en de vraag is of het in de statistieken zal terugkeren. Een simpele plas bloed in een tunnel lijtk nr bij te horen.