woensdag 15 juni 2011

Schone schijn

Met felle zijlichten wordt ik in mijn ogen geschenen door de politiewagen die willkeurig en langzaam over het grasveld van het Vondelpark slalomt. De reden van zijn afwijken van de gebaande paden wordt me niet bekend, al hebben ik en mijn neef toch net nog even onze halve literblikken aan het blikveld onttrokken. Maar aan bier lijken de agenten zich niet te storen, want ook verderop blijkt het grasveld een groot blikveld waar een groepje jongens dat eerder bewonderd mocht worden om de aanwezigheid van onwaarschijnlijke matjes hun nachtelijke palaver houden, gesterkt met de kruidige geur die de Amsterdamse nacht zo vaak met zich meedraagt. Na een nog half rondje slaat de wagen met zwaailichten op waarschuwingsstand links de geasfalteerde weg weer op en tuft rustig verder, links en rechts met de felle lampen bijschijnend.

Eerder die avond spraken we over hoe het zou zijn om bejaard te zijn en het belang van de wereld om je heen langzaam te zien afnemen en werd me het ouderen halfuurtje na elven 's ochtends op Radio Noord-Holland aangeraden om de stemmen te vangen van die generatie die je op Facebook en Youtube nauwelijks tegenkomt. Ook dachten we na over hoe de oude dag er over 50 jaar uit zou zien, welke technologische uitvindingen van nu ons dan bij het leven zouden blijven betrekken, en welke ontwikkelingen we dan niet meer bij zouden kunnen blijven. Consensus werd bereikt over de waarschijnlijkheid dat er dan in iedergeval geen pensioen meer wordt uitgekeerd.

Met een spetter wijn van gisteren nog in mijn hoofd sta ik voor op het pontje uit Noord, waarbij frisse motregen me vrolijk tegemoet drijnt. Op de uni aangekomen plakt mijn onderkleding, de onzichtbare zon klamt een vochtige warmte door de straten waar toeristen nog steeds vergeten om te kijken voor ze oversteken en verward raken door de circulaire straten in het centrum. Niet veel later heeft de blauwe lucht vrij spel door de hoge ramen waar mijn studenten gebruik maken van de inzagemogelijkheden en dat heeft hij nog steeds als ik na het avondeten nog even achter mijn bureau ga zitten voor een rondje werk voor mezelf. Geen haast om zo nog even het licht mee te pakken, dat is er nog tot vanavond laat. En anders laat ik me wel weer even door volle maan, of politiewagen, bijschijnen.