maandag 17 november 2008

Zie ginds komt

De herfst ontrolt zich dit jaar op een bepaald unieke wijze... zoals dat paradoxaal genoeg eigenlijk elk jaar het geval is. Dit keer heeft het te maken met een rugblessure die het evenwicht tussen studeren en sporten dusdanig in de war schopt.

Vandaag stond ik op het Rokin te wachten tot de goede Sint zijn opwachting zou maken. Naast me stond mijn Amarikaanse logee, die na het zien van aanplakbiljetten, foto's en het opvangen van gesprekken op eerdere dagen zo in de ban was geraakt van dit 'exotische feest'. De hekken voor ons stonden dicht, al was er alleen nog maar sprake van onrustige kinderen en ouders die verveeld op hun horloges keken. Ongeacht het late uur op de avond ervoor stond ze erop het schouwspel bij te wonen.

Na een gaap te hebben verdrongen kwam daar de eerste afgevaardigde van de Heiligenstoet voorbij: een zwarte piet achterop bij een moteragent. Vertrouwde kost voor mij, maar naast me werd er ineens heftig gereageerd. De verbazing lag in haar stem gevangen "was dat een blanke met zwart geverfd gezicht?" Nou, leg dat maar eens uit.


Lichtelijk in het defensief gedrongen voor het bestaansrecht van mijn jeugdtraditie vertelde ik dat het hier niet ging om de representatie van een donker persoon, maar om een schoorsteenveger, die door zijn vuile werkzaamheden een zwart gezicht had overgehouden. Ze komen ook niet uit Afrika maar uit Spanje.

De progressieve inwoonster van California gaf het een paar ogenblikken en nam het toen op voor tradities tegenover multiculturele vraagstukken. "Het is eigenlijk wel leuk", besloot ze, "om te zien hoe Nederlanders zich vroeger Spanjaarden voorstelden". Deze observatie deed me indenken dat we het in de toekomst nog wel eens moeilijk konden krijgen met het beargumenteren van het Sinterklaasfeest tegenover Spanje.


Van de Spaanse toeristen die naast ons aan de reling stonden hoeven we waarschijnlijk niet veel tegenstand te verwachten. Met de MacBikes naast hen tegen de muur riepen ze fanatiek "Piet! Piet! Piet!" naar de passerende gelegenheidsacteurs. Deze beloonden de getoonde moeite met gulheid. Een heerlijk middagje voor eenieder met smaak voor pepernoten, ongeacht of je weet hoe ze heten en waar ze nou uiteindelijk vandaan komen.

maandag 27 oktober 2008

Zonnewolk


Op dezelfde dag twee keer verregenen is de afgelopen weken geen uitzondering gebleken. En elke week is het net weer een paar graden kouder. En een paar minuten eerder donker. De uur tijdwinst op zaterdagnacht is een schrale troost wanneer ik uit college de natte zwarte nacht in stap.

Ik heb geprobeerd er wat van te maken: paraplu bij me, de tram, de hele dag binnen blijven.. toch heeft het iets provosorisch, het gevoel dat ik onder minder dan maximale omstandigheden moet opereren.

De collegevrije week vorige week was het teken dat ik al een kwart van mijn eerste masterjaar heb afgerond en de met de ademruimte die deze gelegenheid me gaf heb ik me een week lang toegelegd op al het plezante. De reeks evenementen die zich nauwsluitend aandienden waren een voor een plezierige verrassingen.

Een basketballkamp in de bossen met veel goede bekende en interessante onbekende gezichten, een knuffelbare death metal band in Eindhoven met een onverwachte designweek afterparty. Indrukwekkende afstudeerprojecten aan de DesignAcademy waaronder een computerprogramma dat op eigenbeeld schoenen ontwerpt en een fotoboek van een moer die zich realiseerde een diamand te zijn.

De vriend van mijn zusje was op Maandag in de finale van Rock Nation de verliezend bassist, maar dat hoorden we donderdag pas en kon de avond niet verpesten. Waar het uiteindelijk aan gelegen heeft weet ik niet, maar dat hij ondanks zijn afgeronde opleiding op de Rock Academy het onderspit heeft gedolven heeft misschien te maken dat het zijn tegenstander niet aan de nodige tattoeages in zijn gezicht heeft ontbroken. Het huis stond bij onze favoriet sowieso op zijn kop.



Verder ben ik meerdere avonden met wisselende samenstellingen in cafes en bars te bewonderen geweest, een tijdverdrijf dat ondanks zijn minimale elan mij telkenmale bekoort door de nabijheid van vrienden in een rare bui en vreemden in een benaderbare stand. Het uurtje extra op zaterdag is ook in deze linie gesneuveld, zich opofferend voor een enigzins fatsoenlijke bedtijd van 6.oo u in de morgen.

En nu zijn de colleges weer begonnen en is de regen nog steeds niet opgehouden. En de tram is langzaam en zweterig, binnenblijven wekt melancholie en de paraplu houdt je broek niet droog.. dus toch maar weer bij thuiskomst naast de verwarming met de natte broek en koude handen.

dinsdag 16 september 2008

De weldaad van een onverstaanbare taal

Buiten pakken de wolken zich samen, een gure wind waait door het kiertje van het raam. Eerst was het regenachtig en warm en nu is het droog en koud. Hoe banaal dan ook, het weer is juist datgene waar het steeds weer over gaat en jammer genoeg is de toon van die gesprekken niet vrolijk.

De echte warmte huist in de nabijheid van langverwachte en onverwachte mensen, personen die in allerlei onderdelen van mijn leven mijn bekenden zijn geworden en door demografische omstandigheden mijn pad kruisen. Mensen die ik in hernieuwde nabijheid glimlachend met terugwerkende kracht maanden mis.

Af en toe tuiten mijn oren van een taal die ik maandenlang maar spaarzaam heb gehoord. Als in de trein vijf mensen om me heen alledaagse en persoonlijke dingen de publieke ruimte in tetteren zonder remming of gene denk ik terug aan de weldaad van een onverstaanbare taal. Wanneer alle woorden klinken als de tonen van een instrument heb ik in mijn hoofd alle ruimte voor mezelf.

Mijn nieuwe master zit al in de derde versnelling, het basketballseizoen is begonnen, maar mijn eigen leven reist er in mijn rugzak achteraan. Zonder kamer ben ik nog steeds op reis, nu in eigen land en onder vrienden. Maar met een eigen kamer, hoe klein of achteraf ook, in Utrecht of Amsterdam, zou ik echt kunnen thuiskomen.

dinsdag 2 september 2008

Zonder omhaal aan de lange haal

Zoals sommigen het lekkerste voor het laatst bewaren heb ik mijn langste vlucht tot nu toe bewaard. In de 13 uur van Hong Kong naar Londen hoop ik 8 films te kunnen zien, 5 maaltijden te kunnen verorberen en ook nog een gesprekje of twee aan te knopen met de o zo interessante buurman, die ik dan het verhaal ga vertellen dat ik (en de trouwe bloglezer) ondertussen kan dromen. En nadat ik vanuit Londen nog een uurtje in het vliegtuig heb gezeten is het zo ver en land ik weer in het ware leven.
Milan Kundera schreef een boek met de titel "Het leven is elders", een gevoel dat me regelmatig besluipt op de meest onverwachte momenten. Maar na weken voorbereidingen te hebben getroffen, de universiteit van mijn komst verwittigt, familie en vrienden gestalkt weet ik een ding zeker: vanaf morgen is mijn leven niet elders meer. Hij heeft een paar vliegtuigen eerder gepakt en wacht me in de ontvangsthal van schiphol glimlachend op. En daar ben ik ontzettend blij mee.

zondag 31 augustus 2008

Het fenomeen van de slippertrapper

Hong Kong is zo'n plek waar de bomen tot in de hemel lijken te reiken, maar het dan namaakbomen blijken te zijn die nog eens worden overschaduwt door immense wolkenkrabbers. In een van deze gebouwen zit mijn hotel, die de verdieping deelt met nog drie andere hotels, en de rest van de toren met nog zo'n twintig andere, plus winkels, salons, appartenementen. Het hotel zelf is niet gemaakt voor mijn afmetingen, maar daar ga ik het deze keer niet over hebben.

Hong Kong heeft een hoog gehalte poenige inwoners, en naast goede publieke voorzieningen levert dit een veelvoud op aan mogelijkheden tot winkelen. De kledders dollars die er links en rechts uitvliegen zijn na een ruime tijd in Z-O Azie ontnuchterend, maar er is simpelweg weinig anders te doen dan spenderen in deze 'speciale regio' van 20 bij 50 kilometer. De straten zijn van vroeg tot laat boordevol en de slippertrapper slaat vooral op drukke kruispunten toe, waarbij in het midden van een vruchtbaar loopritme een voorbijganger op de omhooggaande slipper gaat staan, hetgeen het evenwicht onverwacht laat verdwijnen. Je hebt ze in alle leeftijden en lagen van de bevolking en hoewel er voor praktisch al het andere denkbare ongewenste gedrag borden bestaan heb ik het slippertrapperverbodsbord nog niet kunnen ontwaren. En tegen de scrabbleliefhebbers zeg ik: graag gedaan.

Ik heb op straat het gevoel dat ik een hele hoop van de informatie die voorhanden is niet kan verwerken: de chinese tekens en het kantonees bieden geen enkel aanknopingspunt voor herkenning, al weet ik de tekens voor 'nee' en 'uitgang' nu te reproduceren. Verder is de stad een doolhof vol.. juist ja, Chinees. Na veel werk waren we gisteren in een kroeg terecht gekomen, waar toevallig ook een karaoke machine stond. Op de vraag of ze ook wat hadden in het Engels merkte de barrista op: " nee, maar je kunt daar wel naar het voetbal kijken" wijzend naar een tv waar Everton tegen Fullham speelde. Dat hebben we maar gedaan. Everton won met 4-0.

zondag 24 augustus 2008

Huee Overflakkee

Er is in Vietnam iets aan de hand met zitplaatsen. Regelmatig komt het voor dat in een restaurant de gemiddelde kleuterkruk wordt gebruikt. Maar niet eens als stoel, maar als tafel. Daaraan staan weer vier peuterkrukjes voor eersteklas zitcomfort. Mijn lenigheid neemt toe.

Een ander ding is de Bia Hoi. Misschien niet het lekkerste maar wel het allergoedkoopste tapbier dat ik ooit gedronken heb. Een kan van 2 L. kost omgerekend E 0,40 en in een stoffige, hete smogstad als Hanoi is het, laag in alcoholpercentage, de ideale dorstelesser. Het enige probleem zijn de zitplaatsen. Een redlijke drinker kan niet meer op het stoeltje blijven zitten voor de Euro is bereikt.

Ik heb af en toe de illusie dat ik in al mijn doen en laten een volwassenheid kan betrachten die me de titel humanist verdient, maar dit waanbeeld heb ik de afgelopen weken toch af en toe moeten laten varen. Ik herhaal voor mezelf de mantra: "ik ben vergeleken met de meeste Vietnamezen een rijke man, ik ben een potentiele inkomstenverdubbellaar, ik kan het niemand kwalijk nemen." Maar theorie en praktijk liggen zo ver uit elkaar als oevers in de mekongdelta. Bij het vragen naar de prijs van voedsel is het telkens 2 tot 4 keer zo duur als ik eerder heb betaald en regelamtig weigert men te zakken, waarop ik nog kan vertrekken met een 'jammer-dan-niet' uitdrukking. Vervelender wordt het pas als een afgesproken hotelprijs verandert bij betaling, als ongevraagd de omrekenkoers van Dollars naar Dong wordt aangepast naar het voordeel van andere partij en wanneer buschauffeurs na instappen de eerste 5 minuten weigeren een prijs te noemen, naar je gaan schreeuwen als je het aan medereizigers vraagt en vervolgens door iemand de prijs $20 krijgt te horen voor een ritje dat E 0,50 zou moeten kosten. Dan kan ik nog zo meditatief mogelijk denken aan het buddhistische gezichtsprincipe waarbij je conflicten uit de weg gaat om vernedering te vermijden, mijn bloed kookt en met een rood aanglopen gezichte laat ik weten dat dit absoluut niet de afspraak was, ik niet betaal en nu meteen vertrek! Dat mijn discussiegenoten me hierna niet meer willen aankijken zie ik maar als een erfenis van Nederlands ultra-assertiviteit, toch kan ik meestal wat beschaamd toch mijn gelijk in ontvangst nemen.

Graag had ik nog wat meer geschreven over pho bo, Bach Ma, maatpakken en een spinnenduo, maar helaas is de kruk waar ik nu op zit wat te klein voor mijn bouw en ga ik eens op zoek naar een wat comfortabeler retraite.

zaterdag 9 augustus 2008

Good Morning Vietnam

Na elkaar 8 maanden niet te hebben gezien stond mijn zusje afgelopen week ineens in lijfelijke vorm voor mijn neus op het lowbudgetvliegveld in Maleisie. De ervaring was paradoxaal, het gekste was hoe normaal haar aanwezigheid vanaf het eerste moment aanvoelde en hoe dit alledaagse opstootjes direct tot de mogelijkheden liet behoren.

Saigon (ook bekend als Ho Chi Minh City) was na de vele waarschuwingen een stuk minder smerig en chaotisch dan ik had verwacht. Toch nog steeds behoorlijk chaotisch. En een beetje smerig. Het terugkerende thema is de scooter, die in veelvoud door de opgestopte straten zwermt, met de noodzakelijke kleurige regenponchos als leitmotiv in een donderdonkere regenbui. Als consequente huurbaas staat de regenbui elke dag tussen 2 en 7 op de stoep.
Na wat snel succes met de oude woordenschat Bahasa Malaysia blijkt het Vietnamees verraderlijk, want allerlei letters in het Vietnamese alphabet komen niet overeen met de Nederlandse klank en door de vijf verschillende tonen is het zelfs mogelijk om met een drieletterwoord een peleton aan verbaasde gezichten te regelen.

Ben Tre (Mekongdelta): Kanaaltjes, slootjes, brede rivieren, en bruggen op de glijdende schaal van massief/stabiel tot provosorisch/ornamenteel omringen me in deze groene vlakte. Alledrie de fietsen in het bezit van mijn reisgezelschap worden ervaren als een aanval op de kuisheid van zijn bereiders en aan het eind van een middag touren is mijn stuur al twee keer losgeraakt en heeft het lage stuur met scherpe uitsteeksels zijn tol geeist op mijn bloederige knieen, die met een maximale hoek van 75 graden toch al niet hun beste dag hadden. Dit alles wordt door mij zeer sportief opgevat in het teken van genieten van een uniek en onherhaalbaar dagje uit.

Mui Ne: Sommige bussen kun je beter niet treffen, al is het waarlijk moeilijk van te voren vast te stellen of een bus in een lange haal zijn bestemming plant te bereiken of bij elke straathoek luid schreeuwend zijn route bekend zal maken. Vandaag hebben we een meervoud van het laatste type bus te pakken gehad en dit heeft geresulteerd in een nieuwe dimensie onheil aan het achterwerk: met spierpijn 12 uur af en aan in de bus om een magere 300 kilometer af te leggen. Eenmaal in de strandplaats, die dankzij de uitspreiding langs de kust een waarlijk centrum mist en een uitgestorven indruk maakt, brengt een bungalow met francofone eigenaar, rechtstreeks aan de oorverdovende zee een idyllische retraite.

Da Lat: De koffie in Vietnam is zoals ik het graag zie. Het combineert de uiterlijke kenmerken van motorolie met een bitterzware smaak en het is voor deze hardcore koffiedrinker alsof er een engeltje op je tong plast. Dat er dan toch nog Westerse restaurants zijn die Nescafe durven te serveren is schande en draagt bij aan mijn frustraties die een wereldwijde haat voeden tegen dit allomtegenwoordige inferieure product. Al vaak heb ik het onderwerp besproken en telkens kom ik met mijn gesprekspartners tot de conclusie: Nescafe is een categorie op zichzelf en is absoluut geen koffie. In de Alpgachtige omgeving rond Da Lat is de hitte voor even niet de eeuwige dikke deken, en op de brommer door de berglucht scheuren voelt zowaar therapeutisch, al was het alleen maar om vergezichten die zo uit een koloniale landschapscollectie in olieverf lijken geplukt.

En de reis gaat noordwaarts.

donderdag 31 juli 2008

Een oude vriend met een nieuw gezicht

Vandaag zat ik in de bus van Melaka naar Kuala Lumpur en ineens kwam de volgende vraag bij me op: als een agent iemand wil bekeuren voor ontbrekende ruitenwissers, waar laat hij de bon dan achter?

Een beetje beteuterd zat ik eergisteren op het vliegveld. Eindelijk realiseerde ik me dat met het verlaten van Australie een eind is gekomen aan een tijdperk en ik stond mezelf voldoende sentimentaliteit toe om alle mensen die me dierbaar zijn geworden hier aan mijn geestesoog voorbij te laten trekken. En dat was me een flinke parade.

'Terug' in Maleisie leek het mij toe dat ik op de heenweg wat te vlug geoordeeld heb over zijn voor- en nadelen. Want ja, vergeleken met het onderontwikkelde platteland en natuurschoon van Indonesie staan er hier verraderlijk veel flatgebouwen en zijn de wegen belachelijk goed onderhouden. Maar nu, met Australia nog vers in het geheugen, valt er een heleboel te zeggen over Maleisie dat het tot een exotische bestemming maakt. Er staan weer taxi chauffeurs klaar om je uit de bus te sleuren, overal wordt gerookt en gedronken en overheids campagnes worden gevoerd in vier verschillende talen waarvan ik er twee niet eens kan lezen. In contrast daarmee is Australie een saai en vaak frustrerend rigide land met een paarse krokodil ter grote van Uluru (die grote rode rots) die zich overal mee bemoeit. Helaas is het een krokodil die ik af e toe zal missen.

En er is reden tot optimisme: de backpacker in Kuala Lumpur waar ik aan het begin van het jaar heb gelogeerd is zoals de manager me destijds beloofde inderdaad een bar begonnen op het dak, en over dat nachtje "slapen" sta ik weer oog in oog met Simone.

Selamat Jalan.

maandag 28 juli 2008

De noordelijke zevensprong

De zinderende zon brand de diepblauwe baai, het strand vol rode en oranje stenen straalt een zinderende middag. Aan de hemel ontbreekt zelfs het kleinste streepje bewolking, en vijf arenden zweefvliegen langzaam over. Het is winter in Darwin.

Deze hoofdstad van het Noordelijke Terretorium heeft tegelijk de charme van het decor van een western, een tropisch eilandenrijk en hedonia. Het ritme is traag en de vrezameling mensen is kleurrijk. Het gebruikelijke cordon backpacker wordt aangevuld met zuiudelijke Aussies die de zon opzoeken, Zuid-Oost Aziatische touristen en de indigenous bewoners van omgeving die in alle andere Australische steden haast onzichtbaar zijn.

Toen Will en ik het zover Noordelijk hadden gehaald als de Sunshine Coast, pas ergens halverwege de oostkust, werden we door een groep internationale studenten uitgenodigd voor een aantal dagen universitaire introductie op een campus die meer weg had van een vakantiepark, inclusief zwembad, beachvolleybal en voor de regenachtige dagen tafeltennis. Niert dat we die hebben meegemaakt. Strak blauwe lucht en allen snachts een frisse wind. De overvloed aan nord europese meisjes zal in de lange duur voor mij alleen maar voordelig zijn: Will's bereidheid om me in Nederland te komen opzoeken ergens in de komende jaren groeide. Met die belofte zal ik het de komende tijd moeten doen: in Brisbane namen we afscheid, en hoewel Will me onderweg berichtte dat hij zijn GPS heeft moeten verpanden voor benzine geld, heeft hij het toch gered en brangt hij de mensen in Taco Bill weer enchiladas en die onvergetelijke margaritas.

Praktisch elke stad wordt bij mij beoordeeld op zijn musea, en Brisbane was geen telleurstelling. Verschillende interessante tentoonstellingen waaronder een overzicht van Sydney Nolan's werk hielden me de regenachtige dagen zoet, met de grote koppen prima cappucino waar de museumcafes om bekend staan. Ik nam het vliegtuig een paar dagen later en kwam in het midden van de nacht het subtropische Darwin binnen. De rest is Geschiedenis. Over drie dagen stap ik in Kuala Lumpur in hetzelfde vliegtuig als mijn zusje Simone voor een reis van vier weken in Vietnam. Aan deze pret lijkt gewoonweg geen einde te komen.

dinsdag 15 juli 2008

Van de wolken en de zon

Het klinkt ondertussen misschien wat repetetief, maar er is in een maand weer ongelofelijk veel voorgevallen. Dit keer was echter nietal het nieuws goed.

Tijdens mijn laatste dagen in Melbourne kreeg ik van mijn vader te horen dat mijn tante Ans uit Swaziland was opgenomen in een ziekenhuis nabij Johannesburg omdat ze acute gezondheidsproblemen had. Al snel werd vastgesteld dat het terminale kanker was. Het nieuws dat de dagen er na volgde was steeds minder positief en de levensverwachting werd terug geschroefd van een jaar tot enkele dagen. Vorige week kreeg ik het nieuws dat ze was overleden.

Vandaag wordt ze op de familieboerderij in een prachtige vallei begraven, waarschijnlijk vlakbij mijn neef Mark, haar zoon, die acht jaar geleden bij een ongeluk om het leven kwam. Ik ben dankbaar voor alle liefde die ik van Ans heb ontvangen tijdens en na mijn verblijf in Swaziland, en het moeilijk voor mij om vanuit deze uithoek op de wereld te bevatten dat dit allemaal werkelijk gebeurt. Mijn medeleven is vandaag speciaal bij Ad en Adje, oom en neef, die een enorme klap te verwerken hebben gekregen. Vrijwel alle nabije familie is vandaag in Swaziland voor de begrafenis en hoewel ik er graag zelf bij was geweest weet ik dat er vandaag voor idereen iemand is om steun bij te vinden.

Ik ben ondertussen zelf aan mijn grote finale begonnen, een autoreis met mijn unibasketball maat Will langs de oostkust richting het warme noorden. Na de kou van de Melbournese winter tellen elke 200 kilometer in een verbetering van het weer. De zee en surf zijn prachtig, de natuur verbaasd me telkens weer in de diversiteit van landschappen en de mensen zijn enorm vriendelijk. Het duurt het niet lang meer tot ik Australie verlaat, een gedachte die best eens steekt.

Mijn uni resultaten zijn binnen en prima, allemaal boven de 8, hetgeen me nu officieel kan laten constateren dat ik mijn Bachelor of Arts op zak heb.

Dat het u goed moge vergaan in alles dat u betracht,

Reinier

zaterdag 28 juni 2008

De grote.... jawatisheteigenlijk?

Beste

De zon schijnt er, de Biennale wordt er gehouden, mensen kleden zich hip en er staat inderdaad een gebouw dat over de hele wereld herkent wordt. Welkom in de Big..... Sytrus? Sydney ja, de parel van het Zuiden.

Ik heb een beslissing genomen in het universiteitsdillema en besloten volgend jaar aan de UVA te beginnen aan een tweejarige researchmaster Media Studies. Wonen blijft nog een beetje de vraag, maar Utrecht en Amsterdam liggen niet zo heel ver van elkaar vandaan.

Gisteren heb ik voor het eerst in mijn leven via msn deelgenomen aan een hospiteeravond. Erg textueel allemaal. Ik heb betrekkelijk weinig hoop dat ik het vlees en bloed van de concurrenten aankan.

Zuid Australia was een hele hoop niks. Kilometers en kilometers dor landschap en af en toe (echt!) een tumbleweed! Toch wel spannend, met de benzine meter op nul naar het volgende 'stadje' karren met de hoop op een benzinestation.

Ik zeg G'day,
Reinier

woensdag 4 juni 2008

Het wollige comfort van niks

Het is moeilijk om iets constructiefs te vinden als je alle examens en essays hebt ingeleverd en de 20 kilo boeken weer op de plank liggen in de bieb alsof er niks gebeurd is. Met deze kennis in mijn achterhoofd heb ik dat dan maar niet geprobeerd de afgelopen week.

Als vanzelf onstaat er een landschap van lege flessen en glazen in mijn keuken terwijl het gekwetter van goed gezelschap door de avonden heen evolueert naar ongecoordineerde bewegingen en argumenten die hun kracht ontlenen aan het rode hoofd van de opperaar. Ze verstommen langzaam als de wijzers hun rondes herhalen. De zon schijnt door de luxaflex als ik tegen de middag wakker word.

De meeste musea in de stad zijn gratis voor studenten en hebben een prima bak koffie klaar staan om twee middagdelen aan elkaar te plakken. Sydney Nolan en Tracy Moffat kom ik telkens weer tegen in de hoge halfverlichte ruimtes, meestal vergezeld van een man of vrouw in blauw met een walkie-talkie in de hand en een afgewogen gezicht en ernstige pas.

Tegen de avond hijs ik me in het zwart voor het verdienen van enkele dollars in een Mexicaans restaurant. Het loon is matig, maar de sfeer is zo informeel dat uiterlijke verzorging niet word aangemoedigd. Mijn collega's hebben een natuurlijk soort respect voor me door mijn gevorderde leeftijd, dat zorgt voor het gevoel dat ik de tokoh run. Iedereen klooit maar een beetje aan, de de jolige types zetten elkaar af en toe een sombrero op en de Chinese eigenaar Jimbo vraagt me bij elk bezoek aan de keuken om "a little bit of your tall!" Een gratis maaltijd en open bar maken de korte shifts de moeite waard.

Elke donderdag speel ik westrijden met een groep dertigers en veertigers die vroeger top basketball speelden en als Wil ook werkt pikken we na het werk onze basketballspullen op en rijden we naar de sporthal waar hij de sleutel van heeft voor wat nachtelijk schieten en 1-op-1.

Aan deze regelmaat komt een eind als ik vrijdag mijn sleutel in de lege kame achterlaat en met een compagnon richting Adelaide vertrek.

Het beste!

vrijdag 16 mei 2008

De verlammende kracht van 3000 woorden

Een klein gedachte-expiriment. Lees de volgende tekst eens rustig door:

Zijn kamer is voor het eerst sinds maanden opgeruimd. Schoon zelfs. De afwas in de keuken is gedaan, het oud papier staat buiten en zijn koelkast en voorraadkast zijn gevuld. Verdwaasd zoekt hij om zich heen naar dingen die gedaan kunnen worden.

Het is donker, blauw monitorlicht schijnt op de stapels boeken om hem heen, waarvan hij er telkens willekeurig eentje oppakt, wat regels leest en weer weglegt. Ineengedoken zit hij op zijn waardeloze klapstoel voor de computer. Hij staart naar de knipperende cursor in Word, een zenuwtrek schiet door zijn gezicht. Menig toeschouwer zou een zenuwinzinking vermoeden... en hij zelf weet het uit radeloosheid eigenlijk ook allemaal niet meer. De bronvermelding is voor elkaar. Nu die overige 3000 woorden nog.

Goed. Doet bovenstaand verhaal je ergens aan denken?

Hoe alarmerend het ook aandoet, het is voor mij een terugkerend fenomeen dat inherent lijkt aan studeren. Want hoewel de verlammende radeloosheid die me bij het schrijven van essays in de duizendtallen van woorden overvalt een klinisch geval lijkt, elke keer kom ik er na de eindsprint naar het postvakje om 16.59 toch weer uit als een mentaal gezond menselijk exemplaar.

En het gekke is dat ik er op een bepaalde manier van geniet. Dat ik een gevoel van uitdaging door mijn onderbuik heb gieren als ik weet dat ik 2 weken 4 essays van topkwaliteit moet zien af te krijgen. Dan kijk ik uit naar de snelle ongezonde maaltijden, familieverpakkingen koffie en de sensatie van gestage waanzin. Wat mij betreft is niets is zo goed voor een adrenalinejunk als de gegarandeerde constante toestroom die vrijkomt tijdens twee weken fulltime typen.

dinsdag 6 mei 2008

Toekomstmuziek in een notendop

Daar waar informatieverstrekking tegenwoordig steeds moeilijker te kanaliseren valt, en de illusie van een centraal uitgiftepunt uitgebreid is gedeconstrueerd, zal ik deze publicatie, en het weblogmedium waarvan het onderdeel uitmaakt, toch als zodanig beschouwen. Laat het zo zijn dat realisme en gemak mij aanzetten tot een herinterpretatie van het aloude maxim: "wie mij liefheeft, volge mij (en mijn blog)".

Zodoende beschouw ik hierbij het volgende nieuws als 'wereldkundig' in de algemene zin van het woord, namelijk dat zij die zich de moeite getroosten over deze infornamtie te beschikken daar volledig toe in staat zijn wanneer ze aan de randvoorwaarden van deze culturele uitwisseling voldoen. Deze randvoorwaarden zijn toegang tot internet en kennis van de website, dan wel iemand die over deze kennis beschikt en bereid is deze te delen. Dat ik hierbij bepaalde zelfbenoemde bevolkingsgroepen en individuen die zijn ondergebracht in demografische categorieen vervreemd en achterstel is een gegeven dat ik onderken, betreur en meeneem in de overweging van alternatieven in de toekomst.

Een korte inleiding:

De afgelopen 3 jaar heb ik aan de Universiteit Utrecht gestudeerd om uiteindelijk te beschikken over een 'Bachelor of Arts' diploma in Theater-, Film- en Televisiewetenschappen. Van de 180 ECTS studiepunten die daarvoor noodzakelijk zijn heb ik er in Utrecht 165 verzameld. Momenteel ben ik aan Monash University ingeschreven in drie vakken, die bij afronding 22,5 ECTS opleveren. Dit betekent dat ik zeer waarschijnlijk binnen 1 maand mijn Bachelor diploma heb verdient.

Omdat in het Nederlandse universiteitswezen het bachelor- en masteronderwijs pas een decenium van elkaar gescheiden zijn, is de traditionele opvatting dat een Bachelor gevolgd wordt door een Master nog immer diepgeworteld. Als onderdeel van deze traditie heb ik al sinds jaar en dag een beeld van mijn gewenste onderwijspad in mijn hoofd, waarbij ik heb gestreefd naar het volgen van een 'speciale' master, namelijk een tweejarige onderzoeksmaster Media Studies.

Wat deze master zo speciaal maakt is de duur van het traject en de voertaal. Daar waar de overige masters aan het departement voor Media en Re-/presentatie slechts een jaar duren, neemt de onderzoeksmaster twee jaar in beslag. Voor alle stadia in het onderwijs wordt meer tijd uitgetrokken voor verdieping en de uiteindelijke scriptie is twee keer zo lang. De voertaal van de master is geheel in het engels, waardoor de nadruk komt te liggen op internationaal onderzoek. Hoewel niet uitsluitend, werkt de onderzoeksmaster toe naar een vervolg als AIO, oftewel het doen van een promotieonderzoek terwijl in dienst van een universiteit.

Zowel Universiteit Utrecht als die van Amsterdam heeft een dergelijke onderzoeksmaster. Omdat deze onderzoeksmasters langdurige en kritische selectieprocedures hebben heb ik me voor beide ingeschreven met het idee dat ze me beide konden weigeren. Eind vorige week bleek dat ze me beide hebben toegelaten. Reden voor een feestje.

Dus als uitkomst van dit lange en waarschijnlijk saaie verhaal kan ik als mededeling doen dat ik 100% zeker een onderzoeksmaster Media Studies ga doen. Datgene waar ik nog niet uit ben is waar en wanneer. Mijn tijd in op reis laat me zo genieten van zelfs de meest basale handelingen en alledaagse routines dat ik overweeg om na het behalen van mijn bachelor diploma met prima cijfers en een boel extra werk een jaar vrij te nemen. Maar ik weet nog niks zeker en het is momenteel niet meer dan een van de mogelijkheden.

Het beste!

vrijdag 25 april 2008

Beter tweede dan derde; of is brons gouder dan zilver?

Na een paar weken een normale gang van zaken te hebben gefingeerd, nam TeamMonash me mee op reis naar de universiteitskampioenschappen in Nieuw Zeeland. Mijn leven zou nooit meer hetzelfde zijn.

Een trip voor een universiteitsteam naar Nieuw Zeeland is ook in Australie een onwaarschijnlijke gebeurtenis. Ware het alleen al om de hoeveelheid tax-free alcohol die NZ in mag: een ongelofelijke 3,25 liter p.p. Eenmaal in de door de uni betaalde huurautos in Auckland had niemand in het team minder dan twee dikbuiken buitenlands gedistilleerd in zijn bezit. In onze door de uni verschafte shirts en hoodies betraden we onze speeltuin voor de week: het IBIS hotel aan het meer. Zoveel moois, ergens moest er zich wel een adder onder het gras van de buren verscholen liggen.

De adder heette Martin en was het hoofd van de sportraad van Monash University. Al vroeg de eerste ochtend maakte hij ons duidelijk waarvoor we hier waren: sport en de naam van de universiteit. Dus de gesponsorde waren dienden bij elke officiele verschijning in en om het veld te worden gedragen, maar wee degene die zijn braakfoto op de voorpagina van de NZ Times zou terug vinden met het monashlogo in zicht: Martin verklaarde de macht te hebben om elk van ons te beletten af te studeren. Als enige kon ik opgelucht ademhalen: uitwisselingsstudent!

Al met al viel de repressie vanuit het officiele kamp reuze mee. De repressie vanuit het informele kamp daarentegen was onweerstaanbaar. Coach en veteranen hadden een even duidelijke boodschap: UNI Games gaat om het leren spelen nadat je hebt gedronken, want basketballen kunnen jullie al. Mijn dank gaat uit naar de clubgenoten bij SBU, de studentenballers in Utrecht. Ruim twee jaar ervaring aan dat adres heeft me in de dagen die volgden een groot voordeel opgeleverd. We haalden de finale en gingen uiteindelijk met 1 punt de boot in. Dichter bij het goud komen zonder het te winnen is onmogelijk. Het balen was vervolgens van het hoogste niveau.

De vraag of we nog wat van Nieuw Zeeland hebben gezien beantwoord ik met een wedervraag: "Wat van Nieuw Zeeland bedoel je precies?" We arriveerden in het donker waardoor we 3 uur reden en werden wakker in een consequente miezerbui Oktoberstijl. Deze hield, conform de zojuist genoemde stijlfiguur, drie dagen aan. En dat zijn geen geintjes. De eerste stralen zon braken door op donderdagmiddag, een kwartier voor onze finale, die in het donker was afgelopen. Wat we wel hebben gezien, is de binnenkant van menige horecauitspanning en de grillige mix van Kiwistudenten die zich zoals op een studentenkampioenschap laten aanschouwen. Als een soort goddelijke wraak was het op vrijdag prachtig weer. Iedereen had een kater van het eindfeest en gruwde van de felle zon die zich als ware tegenstander ontpopte in de race om op tijd op het vliegveld te zijn. Die strijd hebben wij uiteindelijk wel gewonnen, al was de marge net zo klein als in de eindstrijd.

Thuis in Melbourne was een lichaam het er niet mee eens dat ik eens een week flink ging studeren en leuke dingen doen. Het vervelende was dat het hier om mijn eigen lichaam ging. Griep greep me bij de kladden, en de week passeerde met weinig verzetten van werk en veel dutjes, citroen- & honingthee en een flinke stapel Australische films uit de unibieb, die het grootste schuldgevoel buiten de deur hield.

De koorts is inmiddels vertrokken en het vooruitzicht op normaliteit voelt op een vreemde manier aantrekkelijk. Voor de komende maand heb ik, behalve deadlines en uni-uren, geen bindende afspraken of vliegtickets. En geen baan. Om de een of andere reden wil het met het vinden daarvan niet zo goed lukken, maar wat daar de reden van is ontgaat me geheel. Of ik er helemaal ontevreden mee moet zijn laat zich ook niet zo makkelijk doorgronden. Laat ik er later eens op terugkomen met het voordeel dat terugkijken met zich meebrengt.

Voorlopig duik ik een museum binnen waneer ik maar kan, verslind de boeken die ik van Sarah mijn voormalige huisgnoot in bruikleen heb en kijk zoveel mogelijk Australische films. Dat is volgens mij ook allemaal goed bestede tijd.

Ajeto buurman!

vrijdag 4 april 2008

Pancho en andere natte winden

Afgelopen Woensdag was ik op weg naar een werkgroep toen ik bijna omver werd geblazen. Tropische storm Pancho wakkerde aan over Melbourne en ontwortelde in zijn wake een paar van de grote eucalyptusbomen op de campus. De regen liet op zich wachten, en grote wolken rood stof en zand jaagden door de lucht terwijl een alarm ontruiming van de lesgebouwen voorschreef. De ernst van de situatie werd me eigenlijk die hele middag niet duidelijk: klasgenoten lieten trots een foto zien van de boom die nog geen twee meter van ze was omgekwakt, de vlagen verblindend stof werden met gelach ontvangen en de ontvangst in een stroomloos treinstation begon met de gebruikelijke "G'day!", maar nu via krakende microfoons. Surfers maakten gebruikt van de abnormaal hoge golven voor een imitatie van "The biggest Wednesday".

Na een goede maand de huiskamer logee uit te hebben gehangen kan ik met enige blijdschap een verhuizing aankondigen. Aanstaande donderdag neem ik voor twee maanden mijn intrek in de gemeubileerde kamer van een vriendelijke maar wat nerveuze jongen die voor het eerst zijn aanstaande schoonouders in China gaat bezoeken. De ligging is prima, een kleine twintig minuten van de binnenstad en het vooruitzicht op een kamer van mezelf alleen vult me met warmte. Die warmte heb ik nu ook wel nodig, want Sarah is vandaag verhuisd, en met al haar spullen is ook de verwarming vertrokken. Centrale verwarming is hier onbekend. In een lege witte kamer typ ik mijn bericht op de laptop die ik heb neergezet op een tafeltje gemaakt van een doos, terwijl de tocht door de kieren en gaten suist die kenmerkend zijn voor Australische behuizing.

Mijn paasvakantie stond in het teken van nieuwe dingen. Eerste paasdag begon ik met het missen van het vliegtuig naar Tasmanie, omdat ik dat nog nooit gedaan had. Een kwestie van minuten resulteerde in een kwestie van uren: vijf uur lang heb ik moeten wachten op het volgende vliegtuig. Alle whiskies in de taxfreeshop keken me urenlang spottend aan: door het binnenlandse karakter van de vlucht kon ik ze niet eens aanschaffen.
Na een dag in mijn eentje te hebben rondgesjouwd arriveerde een vliegtuiglading uitwisselingsstudenten de volgende dag. Met de Deen Nicolai huurde ik voor het eerst in mijn leven een auto, waarna het een midweek rondscheuren geblazen was over het prachtige en dunbevolkte eiland, een uurtje vliegen zuid van Melbourne.
De eerste impasse diende zich de volgende dag aan: mijn eerste lekke band. Met de radio op 20 en Nicolai achter het stuur maakte we ons een minuut of tien niet al te ongerust over het ratelende geluid dat naderhand onze achterband bleek te zijn. Met mijn veblijf in Azie nog vers in het geheugen viel het wachten niet zwaar, 2 uur later waren we weer op weg en wonder boven wonder haalden we ook onze andere reisgenoten weer in die kampeerbusjes hadden gehuurd die bergop maximaal de 70 haalden.
De hooglanden brachten me de primeur van de eerste sneeuw in Australie, een primeur die de nodige gevolgen had voor de daaropvolgende nachten. Tussen vriespunt en 5*C heb ik me wat afgebibberd in een tent en slaapzak en winterjas en drie truien en muts en sjaal. Eerlijk waar. De omgeving was de beproeving meer dan waard, en de variatie in het Tasmaanse landschap zijn bijna niet voor te stellen. Van de zachte zonnige oostkust met witte stranden tot de grillige bergkammen vol skeletachtige dode bomen en groene bergmeertjes en van de glooiende grasvlakten tot de enorme oerbossen. Een absolute aanrader.
Het laatste weekend was ik weer op mezelf, en gelukkig met een dak boven mijn hoofd. In Hobart werd ik door een lieftallige backpackersreceptioniste op sleeptouw genomen door de stad, die ondanks zijn provinciale karakter en dito inwonersaantal een boel bieden heeft. Zoals Oud-Hollandse lekkernijen. Of het iets te maken heeft met de nationaliteit van Abel Tasman die eeuwen geleden zijn vlag hier plantte weet ik niet, maar zo'n twintig duizend kilometer van huis liep ik met een zak dampende oliebollen over straat terwijl een waterig zonnetje voorzichtige pogingen deed de haven wat op te warmen.

vrijdag 21 maart 2008

What a weekend to die in

De lamellen zijn gesloten. Pastelgeel zonlicht vergezeld het zachte zoeven van auto's en flarden van een Chinees lied dat aan de overkant van de straat aan een openstaand raam ontsnapt. Mijn hoofd neemt genoegen met deze minimale input. Goed, het is Vrijdag. Het lijden van Jezus Christus is uiteindelijk toch niet voor niets geweest, hij heeft er tenminste een lang weekend uitkunnen slapen.

De afgelopen week ging alles zijn gangetje.

Zondag: Koud uit het vliegtuig uit Nieuw Zeeland na een week vakantie met mijn moeder, stapte ik in Melbourne een hoge druksysteem binnen van minima rond de 38 *C. Na een nacht op het vliegveld en drie maanden zonder training was de selectietraining voor het universiteitsteam een bitse sessie, waarbij ik tot tweemaal toe oprecht vreesde voor een verloren bewustzijn. De coach was tevreden en gaf me zijn fiat, hetgeen me verzekerde van een terugkeer naar NZ voor hun universiteiten toernooi midden April.

Maandag: Mijn lichaam haalde herrinneringen op aan allerlei andere momenten dat het overwoog zijn bestaan op te heffen. Elke beweging bracht een pijn naar de oppervlakte die me aanspoorde tot absolute stilstand. De hittegolf dreef mij met studieboeken en al naar het zwembad, waar de een te hoog chloor percentage het feest ophief en de het zwembad van verkoeling tot marteling maakte. Met de zweetparels op mijn voorhoofd keek die koele blauwe bak met liters frisheid me honend aan. De klootzak.

Dinsdag: Terug naar de unibanken. De spierpijn was alleen nog maar erger. De dag vulde zichzelf met artikelen en colleges terwijl het kwik bleef hangen rond de 35 graden.

Woensdag: Om negen uur 's ochtends zat ik in de bioscoop van de universiteit en dacht ik na over hoe ik een Australische identiteit kon distilleren uit beelden van een Griek die zich laat pijpen door een Vietnamees in een van Melbournes wijken. Ja, mijn studiegebied heeft zijn interessante kanten. In de bus nodigde een meisje me voor haar Purimverkleedfeest, omdat ze vermoedde dat ik Joods was.

Donderdag: Een veggie burger, medium friet en een ijsje van een halve dollar. Maigh dronk een choco shake en terwijl Gemma een dubbele whopper menu en een grote portie onion rings naar binnen werkte. Op het comedyfestival zagen we Dave Hues, een soort legende hier. "Easter is great: the footy season starting, the comedy festival, all these barbecues... if you ask me, I'd say Jesus clearly picked the wrong weekend to die!" Naderhand besloten we het feestje waar niemand van ons iemand kende te crashen. Na glitters, biertjes, haarbanden, lechajims en boel nieuwe namen eindigde de avond waar die begon: een grote friet, medium fanta en een ijsje van een halve dollar.

Nog een goede vrijdag allemaal.

woensdag 5 maart 2008

Het is groen en je kunt het eten

Goed, de koffie is bezonken en ik kan nu om me heen kijken zonder het felste roze over mijn gezichtsveld geprojecteerd. Het is nog steeds een feest voor mijn zintuigen.

De studie is begonnen. De universiteit knabbelt tegenwoordig hongerig aan mijn vrije tijd en heeft de dinsdag, woensdag en donderdag zonder te kauwen doorgeslikt. Het lange weekend ligt daarentegen elke week van vrijdag t/m maandag aan mijn voeten als een door de kat binnengebrachte dode mus, waarmee ik kan doen en laten wat ik wil.

De vakken die ik doe zijn erg interessant, soms schokkend, en in het Engels. Het kost me beduidende moeite om het hoge niveau dat ik in nastreef te bereiken, maar de voldoening van vallende kwartjes is evenredig toegenomen.

De feiten over de geschiedenis van Australie, die een stuk verder terug gaat dan toen Captain Cook bottany bay binnenvoer, laten me met mijn oren klapperen. Het merendeel van de originele bewoners zijn simpelweg uitgeroeid. De rest zijn van hun land verjaagd, verboden hun talen te spreken, het recht hun kinderen op te voeden ontnomen en hebben vervolgens als bijeengeveegde bevolkingsgroep het predikaat lui, crimineel, onverantwoordelijk en ongeciviliseerd opgeplakt gekregen. De suggestie dat men kan spreken van een postcoloniale samenleving in dit geval laat ruimte over voor twjfel over de verleden tijd waarin velen de negatieve gebeurtenissen maar al te graag plaatsen.

Ik woon nu tijdelijk in de suburb Hawthorn, bij een Melbournse die ik eerder ontmoet heb in Laos. De Australiers zijn een gastvrij volk en mijn neiging mijn medebewoners van het backpackershostel in de slaap om te brengen bracht me ertoe het aanbod voor een tijdelijke woonruimte te aanvaarden. Omdat ze zelf binnenkort uit het appartement gaat zijn we als team op zoek naar een gedeeld huis in Brunswick, een soort wijk waar linkse studenten, artistiekelingen, immigranten, aso's en juppen zich gezamelijk op hun gemak voelen.

De rit van hier naar de Monash campus van mijn keuze is aanzienlijk, maar het alternatief is een aanfluiting. Wonen rondom Clayton zou vergelijkbaar zijn met wonen op de Uithof, die dan niet 15 maar 50 minuten uit de stad zou liggen.

De autoriteiten vermoeden nog steeds dat ik hier mijn toeristische bedoelingen resideer, maar dat komt door hun onvermogen mijn studentenvisumaanvraag fatsoenlijk te verwerken. Ware het niet een van de minst creatieve dingen waar ik me ooit zo lang mee bezig had gehouden, dan zou ik het mijn hobby gaan noemen.

Over enkele dagen dient zich een volgend juichmoment aan: een reis naar Nieuw Zeeland. Over dit avontuur later meer.

Groeten,
Reinier

zondag 24 februari 2008

Verder weg en toch dichterbij



G'day, how are you going?

Hollandsche luchten. De wind jaagt plukken wattige wolken voorbij. De zon speelt haar namiddagse spel met schaduwen op de Victoriaanse verandas. Wanneer ik de weg de heuvel op volg verschijnt tussen het groen dat de lage huizen omringt aan de horizon de zilveren schittering van de wolkenkrabbers in de binnenstad. De geur van de eucalyptus omringt me wanneer ik de trein instap.

Naast de deur, die na de piep dichtschuiven, hangen de volgende gedichten:

"The rain we had Saturday was fine,
each droplet
a mile apart from the next"

"Only one parking space left
On the pub's lot
Happy hour"

De trein suist langs de verschillende buitenwijken met vrijwel identieke huizen, typisch niet hoger dan anderhalve verdieping. Naarmate de stad nadert wordt het drukker in de trein. Niemand duwt, op een botsing volgt een welgemanierde "sorry" gevolgd door een laconieke "geen zorgen!"

Het Flindersstreet station ademt een degelijkheid uit van eeuwen trouwe dienst aan de zonen en dochters van hen die eens de lange reis gemaakt hebben. Ze kwamen door de eeuwen heen uit alle richtingen en om verschillende redenen. Aan hen dankt Melbourne haar hedendaagse verschijning. Oud en nieuw staan naast elkaar, botsen en lopen in elkaar over.

Van het oude volk zijn de sporen minder duidelijk. Musea en culturele centra spreken over ze als over een overledene, met respect, maar met een zweem van melancholie die men doet realiseren dat het hoofdstuk is afgesloten. De langverwachte dag waarop de minister president zijn verontschuldigingen aanbood aan de aboriginees die vorige eeuw als kinderen massaal zijn ontvoerd heeft hoop gebracht voor een veelbetekenende rol voor hen in het verhaal van de toekomst.

De stad bruist van het leven in de zomer, die zich langzaam uitrekt om tot het einde van Maart te kunnen reiken. Ik lig in het gras naast mijn fiets en kijk naar een potje familiecricket in de verte. Iemand legt me uit dat je in Australie wel voetbal hebt, maar dat de grote sport 'footie' is, met een soort rugby bal, en dat ze ook rugby spelen, maar dan meer in de buurt van Sidney, en dat het er dan maar net weer vanaf hangt of ze league of union regels spelen. Ik knik veelbetekenend.

Na de chaos van Z-O Azie is de orde in Melbourne bijna schokkend. Want een ding verschilt niets, namelijk de vriendelijkheid en ongestoordheid van de mensen. Alsof iedereen bij het opstaan heeft besloten: vandaag ga ik een fijne dag meemaken.

Op een punt op de aardbol waar ik nauwelijks verder verwijderd kan zijn van Nederland voel ik me dichter bij huis dan ooit. En de komende 4,5 maanden is dat wat het voor me zal zijn: thuis.

woensdag 13 februari 2008

Beneden boven en zeg maar dag tegen de rijst

Met nog een half uur voor het boarden bevind ik me in een van die rare omgevingen waar je onbestemd maar overduidelijk een gevoel van tussen meemaakt. De reis die ik in November ben begonnen zet zich voort, en met een lange haal ben ik over 9 uur klaar om mijn medestudenten onder ogen te komen voor de universiteitsintroductie.

Zonder huis, met een grote bak kleren, een hoofd vol verhalen en een lijf vol ervaring sta ik voor de volgende fase, de fase waar het allemaal om begonnen is.

Ik zal de rijst gaan missen, de openheid van de mensen en het algemene prijsniveau. Maar voor het ene werelddeel komt een onbekende in de plaats. En ik sta te springen.

De vlucht wordt omgeroepen, ik moet gaan.

Tot snel, in Melbourne.

dinsdag 5 februari 2008

Malaysia, and its just getting crazia!

Hallo lieve klikbuiskindertjes.

Nadat ik de laatste keer wat van me heb laten horen ben ik op Bali neergestreken en heb vanuit het oerlelijke Kuta de vader uitgezwaaid, die zich nu weer bij jullie in de regen groot zit te houden. Het enige mooie van Kuta zijn daarentegen hets trand en..... de golven! Na 5 dagen doorgebracht te hebben op, naast, en onder mijn board vermoed ik dat ikondertussen door kan gaan voor een surfer, uiteraard geholpen door het litteken op mijn been die is veroorzaakt door een echte 'fincut'.

Maar nu Maleisie dus. Prima plek om tijd te verdoen en het goede nieuws te krijgen dat ik ondanks vele vele miscommunicaties met australische ambassades, consulatie en immigratiediensten nu iniedergeval een manier heb gevonden om het land binnen te komen. Heh heh.

Het land is een grote groene berg vol vogels, wilde dieren. En verder lopen er super goed onderhouden wegen doorheen waarover bussen rijden die op tijd vertrekken en op tijd aankomen en niet overal stoppen en kapotgaan. Daarentegen is van een ongerepte natuur weinig te merken. Stranden doen aan als de Costa del Sol door de hoge flatgebouwen en bergen zijn halfopgeblazen en doen dienst als steengroeves.

Ach, het is ook altijd wat met die verwende toeristen, of het een is niet goed of het ander. Ik vermaak me hier prima en zie uit naar de viering van het Chinese Nieuwjaar, want de Chinezen zijn hier goed vertegenwoordigd en met een beetje geluk loop ik het tekort aan vuurwerk op 31 december nu wel in.

Australie komt maar dichterbij, over een weekje vertrek ik vanuit Singapore. Spinvis had het eerder door dan ik: er is zo weinig tijhijhijhijhijhijd.

Tik lekker verder...

Reinier

woensdag 23 januari 2008

Het gesmolten bountyeiland

Hoe vaak zie je op een eilandje aan de kust van Lombok je basketballcoach aan een tafeltje zitten? Nou een keer dus. Vandaag. Verbazingwekkend hoe gek het in eerste instantie overkomt, en hoe normaal het lijkt als je een paar minuutjes met elkaar gepraat hebt.

Het eilandje van bestemming is met een kustlijn van 7 km. ongveer ter grootte van een gevangenis met achtertuin, maar de hoeveelheid touristen hier ben ik op nog geen enkele ander plek in Indonesie tegengekomen. De uitleg bij elk uitgestorven touristenoord dat we nu bezochthebben op Sumatra, Java en Lombok is dat nadat in 2002 de bom in een Balinese disco bergen Australiers levenloos achterliet de touristische aantrekkingskracht van Indonesie direct verdampt is.

De stranden in Bali zijn gek genoeg de eerste bestemmingen geweest die weer als vanouds zijn gaan draaien, maar de plekken het verst ervandaan blijven ook nu nog van touristen verstoken. Degene die wel komen krijgen het allemaal op hun brood, want met een tiende van de klanten weet iedereen dat je een wandelende portomonee bent , die best een beetje extra overtuiging kan gebruiken om over te gaan op het aanschaffen van een boot/bus/koets/fiets/motortocht, zonnebril, horloge, ketting, batik, pet, miniatuur versie van de Borobudur, massage (die blijft overal in Z-O Azie opduiken), fles water, DVD/CD/boek/reisgids en andere zaken waarvan het directe nut toch zeker ambivalent is. Maar mensen met honger kan je nu eenmaal weinig kwalijk nemen en zolang straatverkopers niet aan mijn bagage/kleren/ ledematen zitten ben ik al enorm tevreden.

Maar het bevalt om 1) in een oogverblindend mooie omgeving te zitten 2) geen reet te doen te hebben en 3) meer dan 5 andere touristen kunnen ontwaren.

Morgen boten naar Bali + vanavond een feest bij volle maan = bidden voor een goede vaart.

Adjeu!

zondag 13 januari 2008

Doorsmeer in de pispot

Voila, daar zijn we weer.

De plaats van schrijven is Yogyakarta, het kleine, vriendelijke, schone en stille broertje van Jakarta, de puisterige pestkop die heel Java in zijn tirranieke houdgreep houdt. Het is hier eigenlijk nog warmer dan het tot nu toe ergens geweest is op mijn reis, maar de omgeving maakt het draaglijk.

De buien zijn veranderd sinds Sumatra, dat we met een vliegtuig vanuit Padang ontvlucht zijn. Het was er niet mis, en de Orang Utangs en vulkaanmeren hebben me zeer gecharmeerd, maar de beperkte infrastructuur gecombineerd met het consequente rotweer halverwege de middag waren reden om het beter begaanbare Java op te zoeken.

Het toerisme schijnt hier na de bommen op Bali in 2003 enorm te zijn afgenomen en de standaard van de guesthouses in Jakarta hebben dat doen vermoeden. In feite was alles aanwezig maar had het op zijn best sinds 2003 geen verfkwast meer gezien en op zijn slechtst geen dweil of doekje. Toch heeft de stad een grote indruk op me gemaakt, al was het alleen maar door de enorme afemtingen van de 10 miljoen inwoners tellende metropool. Het voordeel van de grote stad is voor mij het feit dat je er als opvallende buitenstaander verbazingwekkend onopgemerkt doorheen kan lopen. Iedereen heeft namelijk zelf iets aan zijn kop en rommelt en doet om je heen haast zonder je op te merken. Heerlijk.

Vervelende berichten over wateroverlast in het Oosten van Java zijn afgewisseld met geruststellende ooggetuige berichten en niet geheel onbevooroordeelde feiten van touroperators, waardoor we hebben besloten maar te kijken hoe het er is voordat we het helemaal links laten liggen en Bali opzoeken, waar ik op 28 februari mijn vader op het vliegtuig ga zetten. Het verbaast me nog steeds hoe goed we tot nu toe met elkaar zijn omgegeaan, want ezelfs de meest optimistiche meninggever wars van elk neo-freudiaanisme had in de 5 weken die we bij elkaar zijn toch wel een crisisje of 3-4 voorspeld. Niets daarvan, naast wat middernachtsgemopper op zoek naar accomodatie is het niet gekomen. En dat valt me allemaal harstikke mee.

Tot de volgende villa,

Reinier

zaterdag 5 januari 2008

Same same of sama-sama?

Selamat siang,

Zoals de etiketten het voorschrijven: neem 2 meteen twee pillen en daarna om de twee uur en zorg dat je de mensen voor 10 januari een gelukkig nieuw jaar toewenst. Bij deze.

We zitten nu in Indonesie en het is een wereld van verschil met Thailand-Laos-Cambodja. Mohammed heeft Buddha en Vishnu hier overboord gezet en de gouden stupas in het landschap zijn vervangen door grote zilveren moskeekoepels. Bahasa Indonesia is vele malen makkelijker op te pikken dan de talen in het eerder beochte gebied en ik vemoed dat ik met een aardig woordje thuis ga komen. Als dat er uberhaupt van gaat komen met de wegen hier, want een busrit van 10 uur heeft alle leven uit me geschud.

Veel hitte hier, en elke middag het verfrissende onweersbuitje dat de grond doet geuren als we in de Nederlandse zomer weten dat we de komende 2 weken in de regen zitten. Hier niet.

Een klein overzichtje, hetgeen rond de jaarwisseling toch altijd wordt gewaardeerd:

(On)vrijwillige en latente ontwikkelingshulp:
1 zonnebril
1 boek
1 T-shirt
1 horloge

Onverwachte kosten:
$ 25,- belasting voor vertrek uit Cambodja
$ 25,- voor een Indonesisch visum voor 30 dagen
$ 70,- voor het verzetten van mijn vlucht om binnen de 30 dagen te blijven

Selemat jalan,

Reinier Kawan