donderdag 31 juli 2008

Een oude vriend met een nieuw gezicht

Vandaag zat ik in de bus van Melaka naar Kuala Lumpur en ineens kwam de volgende vraag bij me op: als een agent iemand wil bekeuren voor ontbrekende ruitenwissers, waar laat hij de bon dan achter?

Een beetje beteuterd zat ik eergisteren op het vliegveld. Eindelijk realiseerde ik me dat met het verlaten van Australie een eind is gekomen aan een tijdperk en ik stond mezelf voldoende sentimentaliteit toe om alle mensen die me dierbaar zijn geworden hier aan mijn geestesoog voorbij te laten trekken. En dat was me een flinke parade.

'Terug' in Maleisie leek het mij toe dat ik op de heenweg wat te vlug geoordeeld heb over zijn voor- en nadelen. Want ja, vergeleken met het onderontwikkelde platteland en natuurschoon van Indonesie staan er hier verraderlijk veel flatgebouwen en zijn de wegen belachelijk goed onderhouden. Maar nu, met Australia nog vers in het geheugen, valt er een heleboel te zeggen over Maleisie dat het tot een exotische bestemming maakt. Er staan weer taxi chauffeurs klaar om je uit de bus te sleuren, overal wordt gerookt en gedronken en overheids campagnes worden gevoerd in vier verschillende talen waarvan ik er twee niet eens kan lezen. In contrast daarmee is Australie een saai en vaak frustrerend rigide land met een paarse krokodil ter grote van Uluru (die grote rode rots) die zich overal mee bemoeit. Helaas is het een krokodil die ik af e toe zal missen.

En er is reden tot optimisme: de backpacker in Kuala Lumpur waar ik aan het begin van het jaar heb gelogeerd is zoals de manager me destijds beloofde inderdaad een bar begonnen op het dak, en over dat nachtje "slapen" sta ik weer oog in oog met Simone.

Selamat Jalan.

maandag 28 juli 2008

De noordelijke zevensprong

De zinderende zon brand de diepblauwe baai, het strand vol rode en oranje stenen straalt een zinderende middag. Aan de hemel ontbreekt zelfs het kleinste streepje bewolking, en vijf arenden zweefvliegen langzaam over. Het is winter in Darwin.

Deze hoofdstad van het Noordelijke Terretorium heeft tegelijk de charme van het decor van een western, een tropisch eilandenrijk en hedonia. Het ritme is traag en de vrezameling mensen is kleurrijk. Het gebruikelijke cordon backpacker wordt aangevuld met zuiudelijke Aussies die de zon opzoeken, Zuid-Oost Aziatische touristen en de indigenous bewoners van omgeving die in alle andere Australische steden haast onzichtbaar zijn.

Toen Will en ik het zover Noordelijk hadden gehaald als de Sunshine Coast, pas ergens halverwege de oostkust, werden we door een groep internationale studenten uitgenodigd voor een aantal dagen universitaire introductie op een campus die meer weg had van een vakantiepark, inclusief zwembad, beachvolleybal en voor de regenachtige dagen tafeltennis. Niert dat we die hebben meegemaakt. Strak blauwe lucht en allen snachts een frisse wind. De overvloed aan nord europese meisjes zal in de lange duur voor mij alleen maar voordelig zijn: Will's bereidheid om me in Nederland te komen opzoeken ergens in de komende jaren groeide. Met die belofte zal ik het de komende tijd moeten doen: in Brisbane namen we afscheid, en hoewel Will me onderweg berichtte dat hij zijn GPS heeft moeten verpanden voor benzine geld, heeft hij het toch gered en brangt hij de mensen in Taco Bill weer enchiladas en die onvergetelijke margaritas.

Praktisch elke stad wordt bij mij beoordeeld op zijn musea, en Brisbane was geen telleurstelling. Verschillende interessante tentoonstellingen waaronder een overzicht van Sydney Nolan's werk hielden me de regenachtige dagen zoet, met de grote koppen prima cappucino waar de museumcafes om bekend staan. Ik nam het vliegtuig een paar dagen later en kwam in het midden van de nacht het subtropische Darwin binnen. De rest is Geschiedenis. Over drie dagen stap ik in Kuala Lumpur in hetzelfde vliegtuig als mijn zusje Simone voor een reis van vier weken in Vietnam. Aan deze pret lijkt gewoonweg geen einde te komen.

dinsdag 15 juli 2008

Van de wolken en de zon

Het klinkt ondertussen misschien wat repetetief, maar er is in een maand weer ongelofelijk veel voorgevallen. Dit keer was echter nietal het nieuws goed.

Tijdens mijn laatste dagen in Melbourne kreeg ik van mijn vader te horen dat mijn tante Ans uit Swaziland was opgenomen in een ziekenhuis nabij Johannesburg omdat ze acute gezondheidsproblemen had. Al snel werd vastgesteld dat het terminale kanker was. Het nieuws dat de dagen er na volgde was steeds minder positief en de levensverwachting werd terug geschroefd van een jaar tot enkele dagen. Vorige week kreeg ik het nieuws dat ze was overleden.

Vandaag wordt ze op de familieboerderij in een prachtige vallei begraven, waarschijnlijk vlakbij mijn neef Mark, haar zoon, die acht jaar geleden bij een ongeluk om het leven kwam. Ik ben dankbaar voor alle liefde die ik van Ans heb ontvangen tijdens en na mijn verblijf in Swaziland, en het moeilijk voor mij om vanuit deze uithoek op de wereld te bevatten dat dit allemaal werkelijk gebeurt. Mijn medeleven is vandaag speciaal bij Ad en Adje, oom en neef, die een enorme klap te verwerken hebben gekregen. Vrijwel alle nabije familie is vandaag in Swaziland voor de begrafenis en hoewel ik er graag zelf bij was geweest weet ik dat er vandaag voor idereen iemand is om steun bij te vinden.

Ik ben ondertussen zelf aan mijn grote finale begonnen, een autoreis met mijn unibasketball maat Will langs de oostkust richting het warme noorden. Na de kou van de Melbournese winter tellen elke 200 kilometer in een verbetering van het weer. De zee en surf zijn prachtig, de natuur verbaasd me telkens weer in de diversiteit van landschappen en de mensen zijn enorm vriendelijk. Het duurt het niet lang meer tot ik Australie verlaat, een gedachte die best eens steekt.

Mijn uni resultaten zijn binnen en prima, allemaal boven de 8, hetgeen me nu officieel kan laten constateren dat ik mijn Bachelor of Arts op zak heb.

Dat het u goed moge vergaan in alles dat u betracht,

Reinier