maandag 9 november 2009

Buikschrijven


De trein rolt een stationnetje binnen. Om me heen klinkt het Afrikaans als vagelijk bekend maar toch vreemd in de oren, zoals een ontmoeting voelt met de zoon van de neef van je vader op de begrafenis van je oma. De stationsgebouwtjes kunnen hoognodig een likje verf gebruiken en de wissels worden nog met de hand bedient. Ik check mijn berichtje nog eens, lees "at Koelenhof station, head for the mountain!", kijk om mee heen en orienteer me op de hoogste berg in zicht.

De omgeving wordt gekenmerkt door rollende heuvels, de wijnranken sinds enkele weken frisgroen en badend in een bed van zonlicht. De timing van mijn wandeltocht is wat ongelukkig, nu midden op de dag de zon op volle toeren blakert en het gewicht van mijn middeleeuwse laptop en beperkte bibliotheek mijn tas op middel en schouders drukt. Toch besluit ik mijn duim (of in dit gedeelte van de wereld wijsvinger, als een wijsneus in de klas) niet op te steken voor een lift, maar stevig door te stappen. Na ongeveer een uur loop ik het dal binnen waar links en rechts bossen worden geveld. Greg vertelt me later dat het gaat om niet originele bebossing die wordt vevangen door lokale beplanting, maar het geluid van de moterzaag en vallend loof brengt op dit moment een gemengd gevoel naar boven dat een bewustzijn van ontbossing mengt met de adrenaline van zulk een machtig apparaat en de geur van mijn eigen zweet.

Een van rooiers roept naar me, en ik denk bij mezelf: wat een aardige man die een eenzame wandelaar verwelkomd in een regio waar men zich voornamelijk gemotoriseerd voortbeweegt. Als ik dichterbij komt om te verstaan wat hij zegt blijkt zijn interesse in mij zakelijk van aard: "Hey, ganja?" Ik schud mijn hoofd en loop verder richting de Muratie wijnkelder.

Greg is de trotse bewoner van een kleine cottage op de wijngaard. Ik was al eens eerder te gast, maar garriveerd en weer vertrokken in het donker had ik de
majestueuze vergezichten en directe omgeving nog niet gezien. Met mijn tas neergelegd in de logeerkamer en afgekoeld onder het netaangelegde irigatiesysteem wandel ik de berg naar een kleine 'braaiplaats' met uitzicht over Simonsberg. De zonsondergang later over de 50 kilometer verderop gelegen Tafelberg maakt het geromantiseerde idee van een schrijfverblijf buiten de stad compleet. De werkelijkheid is nog zonniger dan verwacht: door werken in de tuin, zwemmen in de dam, gitaar- en kaartspel en wijn uit eigen kelder is de hoeveelheid werk gedaan aan het eind van drie dagen niet zo indrukwekkend. Gelukkig voelt dat maar als een bijzaak, met zoveel blijheid voor het oprapen.