vrijdag 16 mei 2008

De verlammende kracht van 3000 woorden

Een klein gedachte-expiriment. Lees de volgende tekst eens rustig door:

Zijn kamer is voor het eerst sinds maanden opgeruimd. Schoon zelfs. De afwas in de keuken is gedaan, het oud papier staat buiten en zijn koelkast en voorraadkast zijn gevuld. Verdwaasd zoekt hij om zich heen naar dingen die gedaan kunnen worden.

Het is donker, blauw monitorlicht schijnt op de stapels boeken om hem heen, waarvan hij er telkens willekeurig eentje oppakt, wat regels leest en weer weglegt. Ineengedoken zit hij op zijn waardeloze klapstoel voor de computer. Hij staart naar de knipperende cursor in Word, een zenuwtrek schiet door zijn gezicht. Menig toeschouwer zou een zenuwinzinking vermoeden... en hij zelf weet het uit radeloosheid eigenlijk ook allemaal niet meer. De bronvermelding is voor elkaar. Nu die overige 3000 woorden nog.

Goed. Doet bovenstaand verhaal je ergens aan denken?

Hoe alarmerend het ook aandoet, het is voor mij een terugkerend fenomeen dat inherent lijkt aan studeren. Want hoewel de verlammende radeloosheid die me bij het schrijven van essays in de duizendtallen van woorden overvalt een klinisch geval lijkt, elke keer kom ik er na de eindsprint naar het postvakje om 16.59 toch weer uit als een mentaal gezond menselijk exemplaar.

En het gekke is dat ik er op een bepaalde manier van geniet. Dat ik een gevoel van uitdaging door mijn onderbuik heb gieren als ik weet dat ik 2 weken 4 essays van topkwaliteit moet zien af te krijgen. Dan kijk ik uit naar de snelle ongezonde maaltijden, familieverpakkingen koffie en de sensatie van gestage waanzin. Wat mij betreft is niets is zo goed voor een adrenalinejunk als de gegarandeerde constante toestroom die vrijkomt tijdens twee weken fulltime typen.

Geen opmerkingen: