dinsdag 16 september 2008

De weldaad van een onverstaanbare taal

Buiten pakken de wolken zich samen, een gure wind waait door het kiertje van het raam. Eerst was het regenachtig en warm en nu is het droog en koud. Hoe banaal dan ook, het weer is juist datgene waar het steeds weer over gaat en jammer genoeg is de toon van die gesprekken niet vrolijk.

De echte warmte huist in de nabijheid van langverwachte en onverwachte mensen, personen die in allerlei onderdelen van mijn leven mijn bekenden zijn geworden en door demografische omstandigheden mijn pad kruisen. Mensen die ik in hernieuwde nabijheid glimlachend met terugwerkende kracht maanden mis.

Af en toe tuiten mijn oren van een taal die ik maandenlang maar spaarzaam heb gehoord. Als in de trein vijf mensen om me heen alledaagse en persoonlijke dingen de publieke ruimte in tetteren zonder remming of gene denk ik terug aan de weldaad van een onverstaanbare taal. Wanneer alle woorden klinken als de tonen van een instrument heb ik in mijn hoofd alle ruimte voor mezelf.

Mijn nieuwe master zit al in de derde versnelling, het basketballseizoen is begonnen, maar mijn eigen leven reist er in mijn rugzak achteraan. Zonder kamer ben ik nog steeds op reis, nu in eigen land en onder vrienden. Maar met een eigen kamer, hoe klein of achteraf ook, in Utrecht of Amsterdam, zou ik echt kunnen thuiskomen.

Geen opmerkingen: