woensdag 4 juni 2008

Het wollige comfort van niks

Het is moeilijk om iets constructiefs te vinden als je alle examens en essays hebt ingeleverd en de 20 kilo boeken weer op de plank liggen in de bieb alsof er niks gebeurd is. Met deze kennis in mijn achterhoofd heb ik dat dan maar niet geprobeerd de afgelopen week.

Als vanzelf onstaat er een landschap van lege flessen en glazen in mijn keuken terwijl het gekwetter van goed gezelschap door de avonden heen evolueert naar ongecoordineerde bewegingen en argumenten die hun kracht ontlenen aan het rode hoofd van de opperaar. Ze verstommen langzaam als de wijzers hun rondes herhalen. De zon schijnt door de luxaflex als ik tegen de middag wakker word.

De meeste musea in de stad zijn gratis voor studenten en hebben een prima bak koffie klaar staan om twee middagdelen aan elkaar te plakken. Sydney Nolan en Tracy Moffat kom ik telkens weer tegen in de hoge halfverlichte ruimtes, meestal vergezeld van een man of vrouw in blauw met een walkie-talkie in de hand en een afgewogen gezicht en ernstige pas.

Tegen de avond hijs ik me in het zwart voor het verdienen van enkele dollars in een Mexicaans restaurant. Het loon is matig, maar de sfeer is zo informeel dat uiterlijke verzorging niet word aangemoedigd. Mijn collega's hebben een natuurlijk soort respect voor me door mijn gevorderde leeftijd, dat zorgt voor het gevoel dat ik de tokoh run. Iedereen klooit maar een beetje aan, de de jolige types zetten elkaar af en toe een sombrero op en de Chinese eigenaar Jimbo vraagt me bij elk bezoek aan de keuken om "a little bit of your tall!" Een gratis maaltijd en open bar maken de korte shifts de moeite waard.

Elke donderdag speel ik westrijden met een groep dertigers en veertigers die vroeger top basketball speelden en als Wil ook werkt pikken we na het werk onze basketballspullen op en rijden we naar de sporthal waar hij de sleutel van heeft voor wat nachtelijk schieten en 1-op-1.

Aan deze regelmaat komt een eind als ik vrijdag mijn sleutel in de lege kame achterlaat en met een compagnon richting Adelaide vertrek.

Het beste!

vrijdag 16 mei 2008

De verlammende kracht van 3000 woorden

Een klein gedachte-expiriment. Lees de volgende tekst eens rustig door:

Zijn kamer is voor het eerst sinds maanden opgeruimd. Schoon zelfs. De afwas in de keuken is gedaan, het oud papier staat buiten en zijn koelkast en voorraadkast zijn gevuld. Verdwaasd zoekt hij om zich heen naar dingen die gedaan kunnen worden.

Het is donker, blauw monitorlicht schijnt op de stapels boeken om hem heen, waarvan hij er telkens willekeurig eentje oppakt, wat regels leest en weer weglegt. Ineengedoken zit hij op zijn waardeloze klapstoel voor de computer. Hij staart naar de knipperende cursor in Word, een zenuwtrek schiet door zijn gezicht. Menig toeschouwer zou een zenuwinzinking vermoeden... en hij zelf weet het uit radeloosheid eigenlijk ook allemaal niet meer. De bronvermelding is voor elkaar. Nu die overige 3000 woorden nog.

Goed. Doet bovenstaand verhaal je ergens aan denken?

Hoe alarmerend het ook aandoet, het is voor mij een terugkerend fenomeen dat inherent lijkt aan studeren. Want hoewel de verlammende radeloosheid die me bij het schrijven van essays in de duizendtallen van woorden overvalt een klinisch geval lijkt, elke keer kom ik er na de eindsprint naar het postvakje om 16.59 toch weer uit als een mentaal gezond menselijk exemplaar.

En het gekke is dat ik er op een bepaalde manier van geniet. Dat ik een gevoel van uitdaging door mijn onderbuik heb gieren als ik weet dat ik 2 weken 4 essays van topkwaliteit moet zien af te krijgen. Dan kijk ik uit naar de snelle ongezonde maaltijden, familieverpakkingen koffie en de sensatie van gestage waanzin. Wat mij betreft is niets is zo goed voor een adrenalinejunk als de gegarandeerde constante toestroom die vrijkomt tijdens twee weken fulltime typen.

dinsdag 6 mei 2008

Toekomstmuziek in een notendop

Daar waar informatieverstrekking tegenwoordig steeds moeilijker te kanaliseren valt, en de illusie van een centraal uitgiftepunt uitgebreid is gedeconstrueerd, zal ik deze publicatie, en het weblogmedium waarvan het onderdeel uitmaakt, toch als zodanig beschouwen. Laat het zo zijn dat realisme en gemak mij aanzetten tot een herinterpretatie van het aloude maxim: "wie mij liefheeft, volge mij (en mijn blog)".

Zodoende beschouw ik hierbij het volgende nieuws als 'wereldkundig' in de algemene zin van het woord, namelijk dat zij die zich de moeite getroosten over deze infornamtie te beschikken daar volledig toe in staat zijn wanneer ze aan de randvoorwaarden van deze culturele uitwisseling voldoen. Deze randvoorwaarden zijn toegang tot internet en kennis van de website, dan wel iemand die over deze kennis beschikt en bereid is deze te delen. Dat ik hierbij bepaalde zelfbenoemde bevolkingsgroepen en individuen die zijn ondergebracht in demografische categorieen vervreemd en achterstel is een gegeven dat ik onderken, betreur en meeneem in de overweging van alternatieven in de toekomst.

Een korte inleiding:

De afgelopen 3 jaar heb ik aan de Universiteit Utrecht gestudeerd om uiteindelijk te beschikken over een 'Bachelor of Arts' diploma in Theater-, Film- en Televisiewetenschappen. Van de 180 ECTS studiepunten die daarvoor noodzakelijk zijn heb ik er in Utrecht 165 verzameld. Momenteel ben ik aan Monash University ingeschreven in drie vakken, die bij afronding 22,5 ECTS opleveren. Dit betekent dat ik zeer waarschijnlijk binnen 1 maand mijn Bachelor diploma heb verdient.

Omdat in het Nederlandse universiteitswezen het bachelor- en masteronderwijs pas een decenium van elkaar gescheiden zijn, is de traditionele opvatting dat een Bachelor gevolgd wordt door een Master nog immer diepgeworteld. Als onderdeel van deze traditie heb ik al sinds jaar en dag een beeld van mijn gewenste onderwijspad in mijn hoofd, waarbij ik heb gestreefd naar het volgen van een 'speciale' master, namelijk een tweejarige onderzoeksmaster Media Studies.

Wat deze master zo speciaal maakt is de duur van het traject en de voertaal. Daar waar de overige masters aan het departement voor Media en Re-/presentatie slechts een jaar duren, neemt de onderzoeksmaster twee jaar in beslag. Voor alle stadia in het onderwijs wordt meer tijd uitgetrokken voor verdieping en de uiteindelijke scriptie is twee keer zo lang. De voertaal van de master is geheel in het engels, waardoor de nadruk komt te liggen op internationaal onderzoek. Hoewel niet uitsluitend, werkt de onderzoeksmaster toe naar een vervolg als AIO, oftewel het doen van een promotieonderzoek terwijl in dienst van een universiteit.

Zowel Universiteit Utrecht als die van Amsterdam heeft een dergelijke onderzoeksmaster. Omdat deze onderzoeksmasters langdurige en kritische selectieprocedures hebben heb ik me voor beide ingeschreven met het idee dat ze me beide konden weigeren. Eind vorige week bleek dat ze me beide hebben toegelaten. Reden voor een feestje.

Dus als uitkomst van dit lange en waarschijnlijk saaie verhaal kan ik als mededeling doen dat ik 100% zeker een onderzoeksmaster Media Studies ga doen. Datgene waar ik nog niet uit ben is waar en wanneer. Mijn tijd in op reis laat me zo genieten van zelfs de meest basale handelingen en alledaagse routines dat ik overweeg om na het behalen van mijn bachelor diploma met prima cijfers en een boel extra werk een jaar vrij te nemen. Maar ik weet nog niks zeker en het is momenteel niet meer dan een van de mogelijkheden.

Het beste!