donderdag 17 december 2009

Decemberrust en vreten


Ik zit in mijn achtertuin, een prachtig achterplaatsje in warm oranje-rood, omringd met groene klimmers en een immense Olifants-oorplant, die als een berenklauw zo groot groeit in de zomerwarmte van de afgelopen weken en dagelijks met grote slokken geniet van de bewatering die hij ontvangt van de buitendouche. De computer speelt tot mijn geruststelling de muziek die ik over de afgelopen maanden heb weten te vergaren, een belangrijk feit als je weet wat het is om in de loop van enkele weken maar vijf cd’s te hebben om naar te luisteren. Het semester is ten einde, al loopt mijn werk voor mijn te schrijven scriptie gewoon door.

Mijn leven in de afgelopen weken is behoorlijk hectisch geweest. In de eerdere maanden had ik niet altijd evenveel te doen, maar de nieuwheid en daarmee gepaarde onhandigheid hielden me toch wel bezig. Veel van het werk voor mijn cursussen kwam vervolgens in de latere maanden, mede dankzij bureaucratische problemen omtrent de inschrijving voor een vak. Langere tijd heb ik met onzekerheden geleefd over uiteindelijk bureaucratisch en academisch succes, en hoewel ik meestal de mantra “het komt allemaal wel goed, op de een of andere manier” in redelijke rust voor mezelf wist te herhalen, leverde het constant moeten zoeken naar een nooduitgang en tussenweggetjes een behoorlijke hoeveelheid stress op.

De afgelopen weken zijn de meeste internationale studenten vertrokken, hetgeen toch een redelijk gat slaat in mijn vriendenbestand. De late inleverdatum van mijn paper en het aanvangen van de reisgidscursus twee weken geleden viel samen met een grote hoeveelheid afscheidsfeestjes, en iedereen weet dat afscheidsfeestjes de enige feestjes zijn die je niet kan missen, zeg maar vanwege de geografische implicaties rondom later contact. Dit alles viel samen met de eerste echte hittegolf van het jaar. Het resultaat was een hectisch studeren in de vrije uren, bezoeken aan de stranden en vele met gezelligheid afgevulde braais met vrienden die nu uit mijn leven zijn weggereisd.

De zwevende staat waarin ik me nu bevind met een vrije dag in het vooruitzicht en geen directe prioriteiten is dus ietwat atypisch en op hetzelfde moment bijzonder prettig. Het idee dat het al weken December is wil niet helemaal doordringen, de registers die hier geschakeld zijn aan deze maand zijn namelijk van een ander formaat en kaliber. Veel Capetonians pakken gedurende deze maand de biezen en rennen weg naar een vakantiehuis in de Oostkaap, aan de Westkust of in Mozambique, terwijl het hippe maar snelle stadsvolk uit Johannesburg in grote getale afreist naar de oceaan- en natuurpracht van het Kaap schiereiland. Deze volksverhuizing zorgt er voor dat in de komende maanden Kaapstad bruist van het leven, maar dat parkeerplaatsen schaars zijn, stranden vol en vele paden enorm begaan.

De feestdagen dienen zich aan met de permanente geur van barbeque. De eerste uitnodigingen voor oud-jaarsfeestjes zijn binnen. Nu wordt het ienemienemutten tot het laatste moment. Sommige dingen zijn overal hetzelfde.

maandag 7 december 2009

Lotingsfeestje


Terwijl op Wilgenstraat 1 de rest van het gezin bijeen was om de sinterklaasgedichten voor te lezen was het in Kaapstad tijd voor een heel ander lotingsfeestje. De internationale bon ton gaf alvast een voorproefje op komende juni-juli met een groots georganiseerd festival rondom de loting voor het WK.

Long street was al dagen afgezet en stroomde vanaf het middaguur langzaam vol. De eigen meegebrachte biertjes mochten het terrein niet op en het koste wat moeite om ze illegaal in het park te drinken zonder de aandacht van de massaal aanwezige politiemacht te trekken, maar met het kampioensontbijt achter de kiezen kon de barricade worden geslecht.

Misschien ben je het 'regenboognatie' narratief ondertussen een beetje zat, maar het feestje die middag en avond was zelfs voor Kaapstadse begrippen enorm gemixt, en niet de blanke aangelegenheid die verschillende sceptici hadden voorspeld. De treinen uit de Cape Flats reden extra diensten tot laat in de avond en zodoende ook naderhand iedereen voor een schappelijke prijs weer huiswaarts. Naast de verschillende Zuid-Afrikaanse groeperingen was er in de mensenmassa van elk deelnemend land wel een groepje supporters te vinden, en de schrikbarende hoeveelheid oranje gecombineerd met bier in de zon deed denken aan koninginnedag in Amsterdam, inclusief de drukte en de herrie.

Waar normaal gesproken de Duitsers in Kaapstad duidelijk aanwezig zijn was het witte shirt nauwlijks te zien, al kan het zijn dat duitsers over het algemeen wat terughoudend zijn in het zwaaien met hun driekleur. Verder regende het Zuid-Afrikaanse vlaggen.

Ik had aan veel gedacht voordat ik richting Zuidelijuk Afrika vertrok in Juni, maar een oranje hesje of sjaal zat daar niet bij. Pavel, een Jamaicaan met Nederlandse vrouw had me uitgenodigd voor een Oranje feestje op een balkon direct boven het podium, en daar was ik al snel geheel en al in oranje gehuld. Heineken sponsorde het open bar evenement en tegen de tijd dat de werkelijke loting begon en ik beneden op straat mijn andere vrienden tegenkwam had de Amsterdamse brouwer al de nodige trucjes uitgehaald met mijn evenwichtsorgaan en verantwoordelijkheidsgevoel.

Van de loting zelf heb ik niet zo heel veel meegekregen en ook de wetenschap dat we bij Japan, Kameroen en Denemarken in de poule zitten deed me op dat ogenblik niets dan goed. Met een boel getoeter op mijn nieuwe vuvuzela en geexperimenteer met het drinken van bier uit de tuit (totaal geen probleem en spectaculair wanneer je na het bier te hebben weggeklokt de laatste resten loeiend over de menigte verneveld)was het al snel na middernacht.

De realisering dat de Nederlandse poule lang niet de makkelijkste was de volgende morgen was niet de reden van mijn hoofdpijn en algehle misere. Dat was natuurlijk dat ene laatste biertje dat ongemerkt mijn vuvuzela binnen druppelde. Ik heb het altijd al gezegd: als ik de hele avond Heineken drink heb ik de volgende dag nergens last van, maar na die ene Amstel... oei oei oei!

maandag 9 november 2009

Buikschrijven


De trein rolt een stationnetje binnen. Om me heen klinkt het Afrikaans als vagelijk bekend maar toch vreemd in de oren, zoals een ontmoeting voelt met de zoon van de neef van je vader op de begrafenis van je oma. De stationsgebouwtjes kunnen hoognodig een likje verf gebruiken en de wissels worden nog met de hand bedient. Ik check mijn berichtje nog eens, lees "at Koelenhof station, head for the mountain!", kijk om mee heen en orienteer me op de hoogste berg in zicht.

De omgeving wordt gekenmerkt door rollende heuvels, de wijnranken sinds enkele weken frisgroen en badend in een bed van zonlicht. De timing van mijn wandeltocht is wat ongelukkig, nu midden op de dag de zon op volle toeren blakert en het gewicht van mijn middeleeuwse laptop en beperkte bibliotheek mijn tas op middel en schouders drukt. Toch besluit ik mijn duim (of in dit gedeelte van de wereld wijsvinger, als een wijsneus in de klas) niet op te steken voor een lift, maar stevig door te stappen. Na ongeveer een uur loop ik het dal binnen waar links en rechts bossen worden geveld. Greg vertelt me later dat het gaat om niet originele bebossing die wordt vevangen door lokale beplanting, maar het geluid van de moterzaag en vallend loof brengt op dit moment een gemengd gevoel naar boven dat een bewustzijn van ontbossing mengt met de adrenaline van zulk een machtig apparaat en de geur van mijn eigen zweet.

Een van rooiers roept naar me, en ik denk bij mezelf: wat een aardige man die een eenzame wandelaar verwelkomd in een regio waar men zich voornamelijk gemotoriseerd voortbeweegt. Als ik dichterbij komt om te verstaan wat hij zegt blijkt zijn interesse in mij zakelijk van aard: "Hey, ganja?" Ik schud mijn hoofd en loop verder richting de Muratie wijnkelder.

Greg is de trotse bewoner van een kleine cottage op de wijngaard. Ik was al eens eerder te gast, maar garriveerd en weer vertrokken in het donker had ik de
majestueuze vergezichten en directe omgeving nog niet gezien. Met mijn tas neergelegd in de logeerkamer en afgekoeld onder het netaangelegde irigatiesysteem wandel ik de berg naar een kleine 'braaiplaats' met uitzicht over Simonsberg. De zonsondergang later over de 50 kilometer verderop gelegen Tafelberg maakt het geromantiseerde idee van een schrijfverblijf buiten de stad compleet. De werkelijkheid is nog zonniger dan verwacht: door werken in de tuin, zwemmen in de dam, gitaar- en kaartspel en wijn uit eigen kelder is de hoeveelheid werk gedaan aan het eind van drie dagen niet zo indrukwekkend. Gelukkig voelt dat maar als een bijzaak, met zoveel blijheid voor het oprapen.