
Nu zijn er verschillende verhalen over de herkomst van Piet, en niet allemaal spelen die zich af in het donkere continent. Zo is er de versie dat het met Piet zou gaan om kinderen die vanwege hun minimale formaat op gemakkelijke wijze de schoorsteen konden vegen (vandaar het zwarte gezicht), maar het is natuurlijk de vraag waar de moderne Nederlander het liever mee geassocieerd wordt: slavenhandel of kinderarbeid? Feit blijft dat de huidige interpretatie van Piet hoe dan ook meer wegheeft van de 19e-eeuwse afbeelding van de brute donkere boeman dan van het zigeunerjongetje met de traan, al heeft deze het ook niet makkelijk, zoals hij door Sarkozy en Berlusconi de laatste tijd onvermurwbaar terug naar Roemenie wordt gestuurd. Maar ondanks het rassenstereotype blijkt het donkere kind op de doos van mijn chocoladeletter geen zwarte Piet. Het kind heeft een glimmende schedel en keurig schooluniform aan en wordt omringd door leergierige klasgenootjes die mij ook tevreden aanzitten te kijken van achter hun bureautjes. Nu begin ik me zo onderhand af te vragen: wat doet dit kind op de verpakking van deze seizoenslekkernij?
Het antwoord is gelukkig niet ver weg, en nog gelukkiger ook niet zo moeilijk. Het kind zit er dankzij mij, want ik eet hier een ‘Fairtrade’ chocoladeletter. Geruststellende tekst verklaart dat het snoepgoed niet alleen extra lekker is, maar ook ‘100% eerlijk’. De fabrikant, of beter gezegd, zijn marketing afdeling schuwt verdere ongenuanceerd zoetgevooisde termen als ontwikkelingslanden, kinderen naar

Laat me vooropstellen dat het mij persoonlijk deugd doet dat de werknemer van de cacaoplantage een eerlijk loon ontvangt, dat hij wat mij betreft inderdaad kan spenderen aan het naar school sturen van zijn kinderen of het slaan van een waterputje hier of daar. Wat mij tegen de borst stuit is dat de advertentie op de verpakking van mijn magnifiek in melkchocolade uitgevoerde ‘R’ is ondergedompeld in zoveel goudbruine stereotyperingen dat aan het plaatje geen barstje in het beeld meer opvalt, maar de stank is onmiskenbaar.
Wanneer je kijkt naar de manier waarop in Europa de vooruitgang alle natuur met wrede efficiëntie heeft gereduceerd tot Bloems “stukje[s] bos, ter grootte van een krant”, mag er met reden worden afgevraagd of een land zich wel zou moeten willen ‘ontwikkelen’ en kan worden ingezien dat het predikaat ‘ontwikkelingsland’ tevens een veroordeling aan het adres van dat land inhoudt: zij hebben dat hoge niveau dat wij schijnbaar zonder veel moeite innemen blijkbaar (nog) niet gehaald en moeten daarom nog maar even hun best doen. De chocolade-eter wordt aangemoedigd: méér in die muil stoppen, je helpt er immers Afrika mee!
Het donkere kind achterop de chocoladeletterdoos was gewoon een kind, op school met klasgenootjes, totdat die welwillende chocoladefabrikant er opeens naast moest zetten dat de cacaoboeren van hun verdiende geld waterputten voor “de mensen in hun gemeenschap” kunnen slaan. Dan is het zomaar een kind zonder waterput. Of beter nog: een kind met een waterput die door Sinterklaasconsumptie tot stand is gekomen. Van de autonomie van de werknemer laat de reclame ook weinig heel. Zijn geld moet ineens allemaal naar de schoolcarrière van zijn kinderen en waterputten voor de gemeenschap en als hij het op een uitbundige vrijdagavond besluit te spenderen aan bier en hoeren dan kan hij toch minimaal een afkeurende brief vanuit Nederland verwachtten:
Beste Cacoaplukker, wat leest de Sint nou? Heb ik ze hier allemaal de chocolade laten eten die is gemaakt van de bonen waarvoor jij een 100% eerlijke prijs hebt gekregen, en nu heb jij dat geld uitgegeven aan hoeren, bier en een namaaktas van Louis Vitton, made in China!!?? Je kan toch wel begrijpen dat Louis hard werkt en heel veel geld uitgeeft om zijn merk te houden waar het is en dan koop jij een imitatie, nog wel uit China? Wat hebben die Chinezen nou voor jou betekend, behalve dan al die wegen die ze onlangs hebben aangelegd nadat de WTO jouw president geen geld meer wilde lenen? De volgende keer maar weer gewoon je

Ik zou me nog druk kunnen maken over de uitspraak ‘100% eerlijk’ in relatie tot de handelsbeperkingen en invoerheffingen die de Europese Unie erop na houdt in de handel met Afrika. Ik zou mijn irritatie kunnen tonen omtrent het aanschaffen van alleen de grondstoffen in deze zogenaamde ontwikkelingslanden, waar men best wel raad zou weten met de waardetoevoeging die raffinage en eindproductie met zich meebrengt. En ik zou nogmaals mijn vraagtekens kunnen zetten bij de keuze van het donkere kind in de schoolklas dat uitnodigt tot Eurocentrisch altruïstisch consumentisme. Maar chocoladeletters komen niet in de vorm van vraagtekens. En alleen daarom al kan Verkade zich complimenteren met een succesvolle campagne.