Het ene moment heb je comfortabel een regenbroek aan tegen de niet aflatende stroom hemelvocht, het volgende moment gaapt na krakend geluid je fietsbroek door een gat bij je kruis. Zo kun je aan de ene kant van de rivier alles lezen en aan iedereen de weg vragen, zo heb je aan de andere kant te maken met een taal die op geen enkele manier lijkt op iets dat je eerder hebt gesproken. Het ene moment sta je ademloos op de trappers tegen de helling te vechten, het volgende hoop je met 50 kilometer per uur dat je voortassen nog wel goed zitten.
En zo zit je op de fiets, zo zit je in de trein.
Net gemaakte Litouwse vrienden kampeerden tijdelijk onder de overkapping van het toiletgebouw en Emilius bood me een biertje aan, dat ik dacht te gaan delen met Maurice. Toen ik op het hellende grasveld dat tevens dienst deed als noodwaterafvoer mijn evenwicht verloor zocht mijn hand vliegensvlug steun bij het dichtstbijzijnde stukje aarde. Helaas hield mijn reflex geen rekening met het bierflesje dat vervolgens door honderd kilo plus valversnelling in menig stuk versplinterde,
En zo zat ik de volgende dag niet op de fiets, maar met de fiets in de trein. Via een paar dagen in Litoměřice bij couchsurfer Petr zijn we nu in Praha aangekomen. De schoonheid van de stad grenst aan overdrijving, elke avond heeft tot nu toe alle schakeringen tussen donker paars en helgeel tevoorschijn getoverd, met in het midden een gigantische oranje bal die tussen lichte wolkjes over de honderden torens heen schijnt. Gelukkig zijn er andere Nederlandse toeristen om me hypocriet aan te